Met schaterend haar,
met meeuwenogen, met een buidel op de buik,
een moeder of een goede verrader,
wie kent deze laaiende vrouw?
Haar nagels naderen mijn hout,
haar klauwzeer wekt mijn jachtige huid,
als een jachthoorn hangt zijn in mijn haar te tuiten.
Zij nadert in vouwen en in schicht,
in hitte, in hars, in klatering,
terwijl in staat van begeerte,
gestrekt als een geweer en onherroepelijk
in staat van aanval en moord ik
omvat, doorploeg en vel,
gebogen, geknield, het geurende dier
tussen de lederzachte knieƫn.
Zij splijt mijn kegel
in de bekende warmte.
- Hugo Claus
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
I'd love to hear what you think, dus laat gerust een berichtje achter!