woensdag 5 oktober 2011

Vijfde gedicht voor Maria Magdalena

Van je eerste tot je laatste lichaam,
liefste, laat mij al je minnaars zijn.
Eerst de jonge danser, zacht en eenzaam,
die je speeksel zoekt en drinkt als wijn.

Later de gevreesde die zijn mieren
jaagt van hoer naar hoer, tot onze schade.
Soms de sterke met verstilde spieren,
hemelsbreed van blijdschap en genade.

Laatst de vader die het zaad zal dragen,
van je vrucht de vruchteloze pijn,
en aan al je lichamen zal vragen:
liefste, laat mij de geliefde zijn.

- Paul Snoek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

I'd love to hear what you think, dus laat gerust een berichtje achter!