maandag 31 oktober 2011

It's a thriller night (2)


Opeens nam een hand de hare vast en werd ze mee getrokken. “Hé, wat doe je? Laat me los!” “Ssst, je kent me, kom nu gewoon even mee.” De stem die ze hoorde was die van de vampier van daarnet. Er was alleen iets anders mee, hij leek rustelozer dan tien minuten geleden. Ze liepen tegen de stroom in, waardoor ze zijn hand harder moest vasthouden om hem niet te verliezen. Opeens was het gewoel rond hen gedaan en stonden ze stil, nog steeds in het donker.
“Oké, we zijn er. Je mag mijn hand loslaten”, zei de vampier vriendelijk. Ze liet zijn hand los en keek hem vragend aan, voor ze besefte dat hij dat helemaal niet kon zien. Tot haar verbazing antwoordde hij op haar onuitgesproken vraag. “Jouw vriendin en mijn vriend zijn in het donker verdwenen, wat niet zo goed is voor jouw vriendin en nog minder voor mijn vriend. We moeten ze dus zoeken.” “Wat is er daar niet goed aan?” Voor het antwoord kwam, hoorden ze een gedempt gegiechel.

“Wie is daar?” vroeg ze. Tot haar opluchting kwam haar vriendin tevoorschijn, met rode lippenstift uitgesmeerd over haar gezicht, plukken haar aan haar kleedje en een brede glimlach. Eigenlijk leek het wel alsof ze gedrogeerd was… “Wat is er gebeurd? Is alles goed?” Ze was te druk bezig met haar vriendin, om te beseffen dat de vampier en zijn monsterlijke vriend de deur op slot hadden gedaan. “Hé, wat is er met haar gebeurd?” vroeg ze aan het monster.
De vampier grijnsde zijn hagelwitte tanden bloot. “Halloween is de enige periode dat wij onopvallend buiten kunnen lopen. Dit is meteen het ideale moment om onze prooien te zoeken.” Ze begon te gillen, sprong naar de deur en trok er als een gek aan, alsof hij dan wel zou opengaan. “Kom kom, zo’n overdreven reactie is nergens voor nodig. Als je je niet verzet, doet het heus geen pijn!” Het monster nam haar vast, duwde haar hoofd opzij zodat haar nek bloot lag en liet de vampier zijn ding doen. Ze bleef gillen, maar het hielp niets. Haar vriendin stond, nog altijd giechelend, lamlendig toe te kijken. Ze sloot haar ogen en hoopte dat het snel voorbij zou zijn.

Met een schok werd ze wakker en veegde het speeksel van haar wang. Het duurde even voor ze besefte dat ze in slaap was gevallen voor het feestje. Haar ogen zochten een klok, het was half twaalf. Ze maakte zich snel toonbaar en sprong op haar fiets, voor het te laat was. Toen ze bij het kot van haar vriendin aankwam, sloeg de kerktoren in de verte net voor de twaalfde keer. Ze wachtte even om  te zien of de lichten zouden uitgaan. Opeens was het in de hele straat pikdonker en hoorde ze geschreeuw van binnen. Was ze te laat? 

1 opmerking:

  1. een paar plusduimpjes! mooi geschreven, leuk :-)

    ma ik wil wel geen open einde :'(

    BeantwoordenVerwijderen

I'd love to hear what you think, dus laat gerust een berichtje achter!