Sinds het gisterenavond was afgesproken, keek ze er al naar uit. Ze zou namelijk gaan eten met haar lief, een soortement date dat ze - nu ze erbij stilstond - nog nooit had gehad. Maar nu ze haar lief de tram zag opstappen, na amper anderhalf uur, vroeg ze zich af of het wel zo'n goed idee was geweest. Akkoord, hij kon er waarschijnlijk niet veel aandoen (hoewel, weigeren kan altijd?), maar ze had er precies toch iets meer van verwacht. Een deftige kus, bijvoorbeeld.
Terwijl ze naar haar fiets liep, dacht ze nog wat verder. Gisteren had hij nog gestuurd dat hij altijd tijd had voor haar. Veel tijd had hij dan toch niet, zelfs niet voor haar. Ze maakte haar fiets los, haalde haar handschoenen boven en voelde de eerste druppel. Fantastisch, de avond kon nu echt niet meer stuk. Snel fietste ze weg, behendig de auto's en tramsporen ontwijkend. Haar fiets deed af en toe een beetje beu, maar dat deed hij wel vaker. Vooral in het naar omhoog gaan, zoals nu dus. Haar ketting versprong weer, ze schoot naar voren met haar voet. De beweging was plotser dan anders, waardoor haar voorwiel in een putje terecht kwam (ja, ook Gent ligt in Belgiƫ en ook in Gent zijn de wegen in - om het eufemistisch uit te drukken - niet zo'n goede staat) en ze viel.
Het werd tijd dat ze nog eens viel, het was al meer dan twee jaar geleden en haar jaarlijkse gemiddelde ging zo wel snel naar beneden. Het was natuurlijk minder leuk dat het net nu gebeurde, met nieuwe laarzen en in de regen. Ze zuchtte, controleerde haar kleren voor scheuren, controleerde haar fiets op volledigheid en wou terug opstappen en wegrijden wanneer ze plots een stem hoorde.
"Gaat het?" Ze keek op. "Ehm, ja hoor. Waarom?" "Ik zag je vallen en ik ben nu eenmaal zo galant dat ik een dame in nood altijd moet helpen." Ze moest glimlachen. Onwillekeurig dacht ze terug aan de film die ze vorige week had gezien. "Bedankt voor het aanbod, maar het gaat goed hoor." Ze draaide zich om en probeerde nog eens om weg te rijden.
"Ben je er zeker van? Geen hersenschudding of zo?" Ze draaide zich geƫrgerd om en zei: "Ik ben vrij zeker van niet. En als je het niet erg vindt, het regent, dus ik zou graag weggaan." Hij nam haar gezicht vast. "Ik zou het wel erg vinden als je toch een hersenschudding zou hebben, onderweg flauwvalt en onder een auto terecht komt. Zo'n vreselijk lot wens ik niemand toe, zeker niet zo'n mooi meisje als jij. Dus sta nu even stil en laat me je controleren."
Ze liet hem maar begaan. Better safe than sorry, natuurlijk. Toen maakte ze de fout van naar hem te kijken, naar zijn prachtige, blauwe ogen die haar doordringend aankeken. Een stemmetje zei haar dat ze beter weg zou gaan, dat ze er anders spijt van zou hebben. Maar zijn ogen lieten haar niet los.
Hoe is dat met die bezorgde man afgelopen?
BeantwoordenVerwijderenKnuffel! x
Geen idee, aangezien ik hem stiekem (ssst) niet ontmoet heb ^^
BeantwoordenVerwijderen